zondag 14 september 2014

Jeroen Brouwers -- Geheime kamers

'Bent u niet gewond?' vroeg de jonge vrouw, die deel uitmaakte van het politiegezelschap.
Ik was niet gewond.
Niet lichamelijk althans.

uit: Geheime kamers (2000), roman van Jeroen Brouwers (1940)

zondag 5 mei 2013

Arthur van Schendel -- De waterman

Het zeil was ook niet ver af, hij zwom er heen en greep de schuit vast aan het lage boord. Toen hief hij den hond uit het water en wierp hem op het dek. Voor hemzelf was het niet makkelijk aan boord te komen, want de schoen gleed telkens af. En terwijl hij zich vasthield met de eene hand voelde hij hoe de moeheid uit de beenen ging, het water deed hem goed. En de hand liet los.
De schuit ging langzaam voort op de donkere rivier met den hond die blafte. Den volgenden dag werd zij ergens in het riet gevonden, oud en besneeuwd, dat was de schuit van dien man die lang op de Merwede had gevaren.

uit: De waterman (1955), roman van Arthur van Schendel (1917-1983)

zondag 24 februari 2013

Han B. Aalberse -- De liefde van Bob en Daphne

Hij ging in de auto zitten en keek hen na. Ze liepen op een drafje, hand in hand. Arjen zag haar met dansende passen de stoep van de hotelingang opsnellen. Het was heel stil in de straat. Hij wreef in zijn ogen en mompelde: ‘Tot morgen, engel.’

uit: De liefde van Bob en Daphne (1955), roman van Han B. Aalberse (1917-1983)

woensdag 4 juli 2012

Bob den Uyl -- Het fietswiel

De angst week, misschien door de vertrouwde klanken, en maakte plaats voor een gedachte die ik altijd heb geprobeerd te vermijden maar die zich steeds nadrukkelijker aandiende: alle dingen waar ik bang voor ben zullen mij overkomen, genadeloos en terecht.

uit: Het fietswiel (1965), verhaal van Bob den Uyl (1930-1992)

Menno ter Braak -- Dr. Dumay verliest...

Dumay nam haar hand. Achter de ramen scheen de tijd te pauzeeren.

uit: Dr. Dumay verliest... (1933), roman van Menno ter Braak

dinsdag 3 juli 2012

Louis Couperus -- Eline Vere

En hij voerde haar voort, herademend, herlevend, bezield als door een wedergeboorte, getroost door den tijd, die zijn smart had uitgewischt, die zijn levensvreugde scheen te kunnen doen herbloeien.

uit: Eline Vere (1889), roman van Louis Couperus (1863-1923)

Willem Elsschot -- Tsjip

En mocht ik ooit mijn lieve vrouw verliezen, dan trek ik naar Polen met pak en zak. Ik zal daar, als het moet, de boodschappen doen en de schoenen poetsen en voor Tsjip als een hansworst op mijn hoofd gaan staan. Want ik ben bereid afstand te doen van alles in ruil voor den ademtocht van dat jonge leven, voor den geur van die ontluikende roos.

uit: Tsjip (1934), novelle van Willem Elsschot (1882-1960)